In onze school is het geven van verantwoordelijkheid gebaseerd op de principes van GIP. Van het leren plannen van je taken op een planbord in groep 1 groeit dit uit tot het omgaan met weektaken en een agenda in groep 8.
Bij het werken kan de leerkracht “de stip” op rood zetten. Dit betekent dat de leerkracht niet gestoord mag worden en dat de leerlingen hulp moeten vragen bij klasgenootjes. De leerkracht geeft met de time-timer aan hoe lang de periode van zelfstandig werken is. De leerkracht heeft tijdens het zelfstandig werken tijd voor het werken met een kleine groep of individuele kinderen. Aan de instructietafel geeft de leerkracht extra instructie aan groepjes of individuele kinderen. Middels een pijl op de time timer wordt duidelijk gemaakt op welk moment de leerkracht tijdens het werken een ronde maakt om vragen van kinderen te beantwoorden.
Samenwerking tussen kinderen wordt op deze manier gestimuleerd en kinderen worden verantwoordelijk gemaakt voor hun eigen gedrag. Op deze manier dragen we bij aan het gevoel “ik kan het zelf!”
Na de verplichte taken, die de kinderen zelf controleren, is er tijd voor verdieping en keuzewerk.
Bij de verplichte taken variëren de activiteiten van rekenopdrachten, stellen, afmaakwerk, het leren van wereldoriëntatietoetsen, tot methodesoftware op de computer. Bij het keuzewerk is er meer ruimte voor activiteiten naar interesse en talent.
In de groepen 1 en 2 kiezen de kinderen na de kring op het planbord hun activiteit, eerst met de leerkracht of hun “maatje”, later geheel zelfstandig. Er zijn elke week ook “taakwerkjes”, waarvan verwacht wordt, dat deze aan het eind van de week gedaan zijn. Ook in de groepen 3 en 4 gebruiken we het planbord.