De Linderte Schoolgids

alle informatie voor ouders en kinderen op een rijtje

4.3 De leerlingenzorg Passend Onderwijs

Versie van 3/07/2024

Binnen de wet Passend Onderwijs zijn scholen, door de zorgplicht, verantwoordelijk om elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Bij voorkeur op de eigen school, eventueel met extra ondersteuning in de klas, op een andere reguliere school in de regio of in het speciaal (basis)onderwijs. Er wordt hierbij gewerkt vanuit een kader, waarbinnen de leraar, IB-er, ouders/verzorgers, kind en externe partners constructief samenwerken.

Alle scholen in de gemeenten Raalte en Olst-Wijhe maken deel uit van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs 23-05 Primair Onderwijs. Naast dit samenwerkingsverband zijn er nog 74 andere verbanden binnen het primair onderwijs in Nederland. 

Binnen het grote SWV Passend Onderwijs 23-05 PO is afgesproken om het arrangeren en toedelen van extra ondersteuning zoveel mogelijk in de 6 deelregio’s (4 in Zwolle, 1 in Kampen en 1 in Salland) te laten plaatsvinden. In de bijlage op het eind van deze schoolgids  wordt beschreven hoe dit binnen de Sallandse deelregio vorm en inhoud krijgt.

Interne Begeleiding

Om de extra zorg in goede banen te leiden, is er op elke school een Intern Begeleider. Mochten zich problemen voordoen betreffende de ontwikkeling van uw kind, dan hebt u dus niet alleen met de leerkracht van uw kind te maken, maar ook met de Intern Begeleider (IB’er). 

De IB’ers op de Linderte zijn Marian Koggel (verantwoordelijk voor de groepen 1 t/m 4) en Imre Offenberg (verantwoordelijk voor de groepen 5 t/m 8).
De school heeft als taak ieder kind te begeleiden en te stimuleren in zijn ontwikkeling. Dit gebeurt door onderwijs te geven in allerlei vakken en door te werken aan de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Daarbij is een goede sfeer, waarin kinderen zich veilig en vertrouwd voelen, van groot belang.
Kinderen ontwikkelen zich niet allemaal op dezelfde manier. Het is daarom belangrijk de ontwikkeling van ieder kind te volgen door gericht te observeren, regelmatig te toetsen, te evalueren/analyseren en in te spelen op de onderwijsbehoeften van het kind. We sluiten aan bij wat elk kind nodig heeft.

Het volgen van de leerlingen

Bij de groepen 1 en 2 wordt er gewerkt met de leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind van ParnasSys. Dit hulpmiddel helpt om de ontwikkeling van het kind in kaart te brengen door middel van observaties en eventueel het onderwijs te plannen, wat de kinderen nodig hebben. De toetsen die wij het meest gebruiken in de groepen 3 t/m 8 zijn de methode gebonden toetsen. Deze controleren of de kinderen de aangeboden leerstof  voldoende beheersen.

Wij werken daarnaast met het IEP leerlingvolgsysteem. Dit objectieve systeem geeft op eenvoudige wijze betrouwbare informatie over de voortgang van de leerlingen. Het IEP LVS bevat toetsen en meetinstrumenten die verder kijken dan taal en rekenen: leeraanpak, sociaal-emotionele ontwikkeling en creatief vermogen. IEP noemt dat hoofd, hart én handen: je krijgt een beeld van wat je kind weet, maakt, hoe je kind zich voelt, oftewel een compleet kindbeeld. IEP staat namelijk voor Inzicht Eigen Profiel.
Voor enkele technische leestoetsen maken we gebruik van toetsen van Cito.
De toetsgegevens worden op verschillende manieren geanalyseerd en de resultaten worden besproken met de leerkracht en Intern Begeleider.
Samen wordt bekeken hoe er extra hulp of uitdaging kan worden ingezet op groepsniveau en soms op individueel niveau.
Op groepsniveau wordt er op een planmatige en effectieve manier onderwijs gegeven aan de leerlingen. Hierbij wordt door middel van een planning, inzichtelijk gemaakt aan welke doelen er wordt gewerkt, welke interventies er worden gepleegd en met welk resultaat. De onderwijsbehoeften van de leerlingen staan hierin centraal.

Soms wordt er op individueel niveau een kindplan opgesteld door de leerkracht, zo nodig samen met de intern begeleider. De extra hulp wordt meestal in de groep door de eigen leerkracht en/of onderwijsassistent gegeven.

Ontwikkeling en voortgang bespreken met ouders

De ouders worden regelmatig op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van hun kinderen.
Aan het begin van het schooljaar is er een kennismakingsgesprek met ouders, als startpunt van de samenwerking tussen leerkrachten en ouders. In dit gesprek worden wederzijdse verwachtingen uitgesproken en afspraken gemaakt rond de communicatie. De kinderen sluiten zelf ook regelmatig bij gesprekken aan.

Elk kind werkt gedurende het schooljaar aan zijn of haar rapportfolio. Dit bestaat uit twee onderdelen.  In het rapportdeel worden de vorderingen van het kind weergegeven. In het portfolio-deel staan vooral de processen centraal. Hier laat het kind zien waar het aan gewerkt heeft en waar het trots op is. Het rapportfolio is een belangrijk middel om te reflecteren op het ontwikkelingsproces van het kind. De kinderen van de groepen 1 t/m 8 krijgen tweemaal per jaar hun rapportfolio mee naar huis. Daaraan gekoppeld worden gesprekken gevoerd met ouders, die wij zien als partners in opvoeding en onderwijs.

Doubleren of versnellen

De leerkrachten houden de ontwikkeling van kinderen goed bij. Wanneer extra aandacht en hulp aan een leerling of een groepje leerlingen gegeven wordt, zal voor de meeste leerlingen de extra zorg bestaan uit extra instructie of uit herhalingsstof, verrijkings- en verdiepingsstof in de groep. Wanneer kinderen voor extra, en/of speciale zorg in aanmerking komen, wordt er met ouders overleg gevoerd.
Als basisschool hebben wij de mogelijkheid om een leerling een jaar te laten doubleren of versnellen.

De leerling met een eigen leerlijn

Wanneer een leerling voor een bepaald vakgebied veel verder is of juist erg achter, kan besloten worden op eigen niveau verder te werken, binnen de eigen groep. Voor het vak waarbij de leerling op eigen niveau verder gaat, zal een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld. Hierin worden cognitieve doelen opgesteld vanuit de onderwijsbehoeften van de leerling, kijkend naar de uitstroom richting het voortgezet onderwijs.
Bij een leerling kan dit zelfs voor meerdere vakken gelden, maar er zijn grenzen. In overleg met de leerkracht, Intern Begeleider en ouders wordt de haalbaarheid van het opgestelde plan besproken.

Rijpingsjaar in groep 1-2

Soms zijn er kinderen die goede stappen maken in hun ontwikkeling, maar wel heel erg op hun tenen moeten lopen; vaak zijn ze ook nog jong en erg speels in hun gedrag. Voor die kinderen kan het wenselijk zijn om ze een extra rijpingsjaar te gunnen. Vaak kan het kind de leerstof wel aan qua intelligentie, maar is het kind er nog niet aan toe het grootste gedeelte van de dag “lerend bezig te zijn”. Voor kinderen, die een rijpingsjaar krijgen, kan een hulpplan gemaakt worden, zodat zij door kunnen gaan met hun ontwikkeling en zo een stevige basis krijgen om met succes de rest van de basisschool te doorlopen.

Samen met de ouders bekijken we dan wat het beste is voor hun kind. Doorgaan, waarbij het kind misschien jarenlang hard moet werken of een rijpingsjaar inlassen zodat het kind meer zijn eigen ontwikkeling kan volgen.

Doubleren

Indien blijkt dat een leerling op een beduidend lager niveau functioneert dan het leerstofniveau of sociaal-emotionele niveau van de groep, kan doubleren een overweging zijn. De school zal dan uiteraard ruim van te voren overleggen met ouders. In de meeste gevallen zal op basis van gezamenlijk goedvinden een besluit genomen worden. Doch in uiterste gevallen bepaalt de school in welke groep het kind geplaatst wordt. Wanneer het gaat om doubleren vanwege een cognitieve achterstand van een leerling is het vanzelfsprekend, dat op schoolniveau de leerkracht en de Intern Begeleider de beslissing na gezamenlijk overleg voorleggen aan de ouders op basis van methode afhankelijke en methode onafhankelijke toetsen. Wanneer er besloten wordt tot doubleren op sociaal-emotionele gronden zullen observaties, verslagen van onderzoek en/of bespreking in een consultatie schriftelijke gegevens opleveren, waaruit de noodzaak voor een doublure moet blijken.

Versnellen

De leerling gaat vervroegd naar de volgende groep
Wanneer een leerling op een dusdanig hoog niveau functioneert, kan vervroegd overgaan naar de volgende groep overwogen worden. Wij zijn als school hierin erg terughoudend. Tenzij alle andere van belang zijnde aspecten, zoals concentratie, motivatie, werkwijze en werkhouding en met name de sociaal-emotionele ontwikkeling de beslissing rechtvaardigen.
Wij willen een positief advies van de schoolbegeleider, voordat wij overgaan tot het versneld overgaan naar de volgende groep.

Vanuit de inspectie wordt gevraagd om vierjarige kinderen die instromen en zijn geboren in oktober, november of december extra goed te volgen en te bekijken. In principe gaan alle ‘najaarskinderen’ (kinderen geboren in oktober-november-december) naar groep 2, mits er geen twijfel is over het ontwikkelingsniveau van het kind.

Uit het doorgaan naar groep 2 mag niet de conclusie worden getrokken dat het kind het jaar daarop automatisch naar groep 3 etc. gaat. Hij/zij zal zich blijvend positief dienen te ontwikkelen. Hierover wordt met elke ouder die het betreft in de loop van het schooljaar gesproken.

Groeps- / Leerlingbespreking

Op vaste momenten in het schooljaar worden alle groepen besproken. Dit gebeurt met de leerkracht en de Intern Begeleider.
De bedoeling van deze besprekingen zijn:

  • De sociaal-emotionele ontwikkeling en de onderwijskundige voortgang van de groep bespreken;
  • Vorige afspraken evalueren;
  • Nieuwe afspraken maken over hoe verder te gaan.
  • Incidenteel selecteren van leerlingen voor de leerlingbespreking.

In de leerlingbesprekingen worden leerlingen besproken, die extra zorg nodig hebben. Deze bespreking is meestal per bouw (onder-midden-bovenbouw). De Intern Begeleider leidt ook deze besprekingen. Ouders worden op de hoogte gesteld wanneer hun kind in de leerlingbespreking wordt besproken.

De bedoeling van deze besprekingen zijn:

  • Leerkrachten op de hoogte te stellen van de zorg, die voor de leerling nodig is.
  • Leerkrachten mee laten denken over de zorg, die voor dit kind nodig is.
  • Leerkrachten op de hoogte stellen van de voortgang van de zorgleerlingen.

Consultatie

Wanneer de eerder genoemde interventies van groeps- en leerlingbespreking niet het gewenste resultaat opleveren, wordt een leerling ingebracht in de consultatie. Hierbij zijn de leerkracht, de Intern Begeleider, ouders en de orthopedagoog aanwezig. Tevens kan het wenselijk zijn, dat externe hulpverleners, die bij het kind betrokken zijn, worden uitgenodigd voor deze consultatie als gesprekspartner.

Iedere school heeft een eigen Schoolondersteuningsteam (SOT). De bedoeling van deze besprekingen kan zijn:

  • Zicht krijgen of alle interventies voldoende geprobeerd zijn voor de zorg leerling.
  • Het adviseren van nieuwe / andere interventies voor de zorg leerling.
  • De vorderingen van eerder ingebrachte zorg leerlingen blijven volgen.
  • Het adviseren van een onderzoek voor de zorg leerling.
  • Het aanvragen en opstellen van een passend arrangement.

EPOS (Expertise Centrum Passend Onderwijs Salland)

Soms is het nodig om een kind verder te laten onderzoeken. De school kan dan, na toestemming van de ouders, het kind aanmelden bij het EPOS. Samen met de ouders vullen wij hiervoor een basisdocument in. In dit document geven wij aan welk onderzoek c.q. begeleiding gewenst is voor het kind.
Daarnaast kan het EPOS ’lichte’ ondersteunings-arrangementen toedelen. Dit kan o.a. zijn; begeleiding Team Jonge Kind, logopedische expertise, School Video Training, begeleiding ambulante begeleider. Deze arrangementen zijn  tijdelijk en preventief.

Wanneer de vraag m.b.t. de onderwijsbehoeften van het kind de mogelijkheden van de school overstijgt, en/of het kind meer gebaat is bij een deskundiger benadering, kan er ook een beroep worden gedaan op het EPOS.
Zij verzorgen de intake/aanvraag voor het CAT (Commissie Arrangementen en Toedeling) voor de ‘zware’ arrangementen, die intensief, langdurend of structureel zijn.

Contactgegevens EPOS
tel. 0572-360372
http://www.epos-salland.nl

Ondersteuningsaanbod (extra zorg naast de basisondersteuning)

Hierboven staat beschreven hoe we in bepaalde situaties bij leerlingen naast de basiszorg verder kijken en onderzoeken wat een kind nodig heeft. De reguliere weg is het inschakelen van EPOS (Expertise Centrum Onderwijs Salland). We hebben de laatste jaren intern op de Linderte onze expertise vergroot en uitgebreid.  Om de juiste ondersteuning te bieden is ons aanbod binnen de basiszorg vergroot door trainingen als Sterker Staan, Mindset en Meidenvenijn. Ook hoort daarbij voor de leerling met een ontwikkelingsvoorsprong het Leerlab. Om de juiste ondersteuning te bieden, kan er via een arrangement extra zorg geboden worden naast de basiszorg. Daarnaast hebben we expertise opgebouwd, waardoor er teamleden zijn die naast zaken die behoren bij de basiszorg ook op bepaalde vlakken uitstekend in staat zijn om deze extra zorg te verlenen. Onder verantwoordelijkheid van EPOS en met frequent overleg met EPOS. Indien er naast de basiszorg extra ondersteuning nodig is, verloopt de aanvraag (of intake) via de CAT (Commissie Arrangementen en Toedeling).  Zij bekijken op basis van de door ons samen met u als ouders aangeleverde informatie wat de best passende manier is om deze extra zorg vorm te geven. Er kan vanaf het schooljaar 22-23 door EPOS via de CAT gekozen worden voor de inzet van onze eigen expertise. We zijn trots dat we nu op deze manier onze kwaliteiten in kunnen zetten. Er wordt door de CAT gekeken in samenspraak met ons welke vorm van ondersteuning het best passend is en ook wie intern of extern voor de hulpvraag van deze leerling ingezet gaat worden. De inzet voor de extra zorg kan alleen via een toekenning vanuit de CAT gedaan worden.

CAT
De Commissie Arrangementen en Toedeling (CAT) heeft vooral een beoordelende en toekennende functie voor de zware ondersteuning.
Dit kan o.a. zijn:

  • Vormen van langdurige ambulante begeleiding bij ‘Jonge Kind- of cluster-problematieken’
  • Inzet onderwijsassistent
  • Plaatsing (tijdelijk) in een tussenvoorziening binnen een cluster van basisscholen
  • Plaatsing (tijdelijk) in een tussenvoorziening bij Samenwerkingsverband Salland
  • Plaatsing (tijdelijk) binnen het Speciaal Basis Onderwijs
  • Plaatsing (tijdelijk) binnen het Speciaal Onderwijs

School Video Interactie Begeleiding (SVIB)

School Video Interactie Begeleiding is één van de begeleidingsmethodieken die de school hanteert om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen. Op de Linderte wordt het middel ingezet om de leerkrachten en studenten te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek wordt zowel ingezet bij vragen rondom leerlingenzorg, als vragen rondom onderwijsvernieuwingen.

De opnames worden niet voor andere doeleinden gebruikt. De videobeelden worden niet zonder uw toestemming en die van de betrokken leerkracht aan anderen vertoond. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van één of meerdere leerlingen, dan wordt de ouders/verzorgers om toestemming gevraagd.
De video opnames worden gemaakt met het systeem Iris Connect.

Leerlab

Wanneer een kind in de groep ondanks een extra aanbod middels compacten, verrijken en verdiepen meer nodig heeft om uitgedaagd te worden, kan een kind bij ons in ‘het leerlab’ terecht. De leerling mag meedenken over zijn eigen leerdoelen. Samen met de eigen groepsleerkracht en de leerkracht van het leerlab wordt er feedback gegeven op het proces en het resultaat. Kinderen evalueren ook zelf op hun eigen proces middels een logboek. In het Leerlab komt het kind ontwikkelingsgelijken (uit andere groepen) tegen.

In de middenbouw geven we het Leerlab vorm door de link te leggen met projecten in de eigen groep en te werken volgens de stappen/ cirkel van ontdekkend en ontwerpend leren. Er wordt wekelijks een half uur gewerkt in het Leerlab, vervolgens krijgt de leerling opdrachten mee om in de eigen groep verder aan te kunnen werken.

In de bovenbouw wordt er om de week ongeveer 2 uur gewerkt in het Leerlab.
1) We beginnen altijd met een korte inloop met smartgames/ breinbrekers.
2) Vervolgens verdiepen we ons in groepsoverstijgende projecten middels onderzoekend en ontdekkend leren.
3) We sluiten de bijeenkomst af met een filosofieles.

Door te filosoferen ontwikkelen kinderen denkvaardigheden en gespreksvaardigheden. Ook doen ze nieuwe kennis op of zijn ze bezig met doelen over persoonlijke zingeving.

De kinderen werken vervolgens ongeveer 1,5 uur per week zelfstandig of samen in de eigen groep aan de opdrachten. Tijdens of aan het einde van een project vinden regelmatig presentaties in het leerlab of aan de eigen groep plaats.

In de onderbouw is het leerlab/kleuterlab momenteel in ontwikkeling.